transitievergoeding

Transitievergoeding bij ontslag

Met de komst van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) zijn de regels omtrent transitievergoedingen gewijzigd. Deze wijzigingen zijn ingegaan per 1 januari 2020. De werknemer heeft direct recht op een transitievergoeding als het initiatief van beëindiging van de overeenkomst van de werkgever komt, dit geldt ook wanneer je ervoor kiest een tijdelijk contract niet te verlengen. Let op: zelfs bij ontslag in de proeftijd ben je als werkgever verplicht om een transitievergoeding uit te betalen. Omdat er nog veel onduidelijkheden zijn over transitievergoedingen bij ontslag benoemen wij de belangrijkste punten om rekening mee te houden.

Hoogte van de transitievergoeding

De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van het aantal dienstjaren van de medewerker. Voor ieder gewerkt dienstjaar (of deel daarvan) heeft de medewerker recht op 1/3de maandsalaris. Er is een maximum, namelijk 83.000 euro in 2020. Wanneer het jaarsalaris van de medewerker hoger is, dan ontvangt de medewerker maximaal 1 bruto jaarsalaris. Let op: deze nieuwe regels gelden indien je de overeenkomst voor 1 januari 2020 hebt opgezegd. Heb je voor 1 januari 2020 opgezegd? Dan gelden de oude regels. 

In 2021 wordt de maximale transitievergoeding aangepast naar 84.000 euro. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de hand van de ontwikkelingen bij contractlonen.

Berekenen van de transitievergoeding

Het is verstandig om voor de uiteindelijke berekening een transitievergoeding bereken-tool te gebruiken. Een veel gebruikte tool is die van Rendement Online. Naast deze handige bereken-tool vind je ook een overzicht van alle loonbestanddelen die je moet meenemen in de berekening. Naast het bruto basissalaris moeten bijvoorbeeld ook het vakantiegeld, de 13e maand en overwerkvergoedingen worden meegenomen. 

Bonussen en winstuitkeringen tellen ook mee, maar hierbij wordt gekeken naar wat de werknemer in de afgelopen 36 maanden heeft ontvangen. Van dit totaalbedrag moet 1/36e worden meegenomen in het totale salaris dat gebruikt wordt voor de berekening van de transitievergoeding.  

Wanneer geen of minder transitievergoeding?

Er zijn ook een aantal situaties waarbij je als werkgever minder of geen transitievergoeding hoeft te betalen. Hieronder zijn een aantal van deze situaties opgesomd:

  • Bij faillissement of surseance van betaling
  • Als er in de cao andere afspraken zijn gemaakt over een vervangende voorziening voor transitievergoeding 
  • Omdat de medewerker is ontslagen vanwege ernstig verwijtbaar handelen, bijvoorbeeld bij diefstal of verduistering
  • Als de medewerker jonger dan 18 jaar is gemiddeld niet meer dan 12 uur per week heeft gewerkt
  • Als de medewerker de AOW-leeftijd of de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt 
  • In het geval de medewerker de arbeidsovereenkomst zelf heeft opgezegd
  • Wanneer de overeenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd 

De transitievergoeding in termijnen betalen

Het is voor werkgevers mogelijk om de transitievergoeding in termijnen te betalen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het in 1 keer betalen van de transitievergoeding de bedrijfsvoering schaadt. Je hebt dan als werkgever de optie om in termijnen te betalen, verspreid over maximaal 6 maanden. Je bent als werkgever dan wel verplicht de wettelijke rente te betalen over het deel van de transitievergoeding dat nog niet is uitbetaald. 

Informatie